Colombia – Een (On)geluk komt nooit alleen

  • Beginstand kilometerteller: 88.123 km
  • Huidige kilometerstand : 176.438 km
  • Totaal afgelegde kilometers: 88.315 km
  • Aantal dagen onderweg: 1.172 dagen
  • Huidige locatie: Santa Elena, Colombia
  • Laatste update: 25 februari 2019

Na het ongeluk en de noodzakelijke make-over van Pietertje, deden we poging twee om de “dodenweg” van Colombia, oftewel “El Trampolìn de la Muerte” te gaan rijden. Met een afstand van 80 km, 1700 meter hoogteverschil (omhoog en weer omlaag), talloze haarspeldbochten over een smalle, steile en hobbelige weg die grotendeels bestaat uit keien, je een weg banend door de wolken, mist en regen, staat deze weg bekend als één van werelds gevaarlijkste wegen.

Zo nu en dan zie je kruisjes langs de weg van verongelukte mensen.

Het is de enige weg in het uiterste zuiden van Colombia die van west naar oost leidt, dus velen zijn aangewezen op deze uitdagende route.

Laguna de la Cocha

Een campingeigenaar wist ons vlak voor vertrek te vertellen dat de week ervoor een flinke aardverschuiving was geweest en ook dat er onlangs een auto honderden meters de afgrond in was gereden. Fijne informatie om vlak voor vertrek te horen… erg nuttig ook!

Het hoogste punt op de dodenweg van Colombia biedt een mooi uitzicht.

Maar het viel ons eigenlijk best mee. Sommige stukken waren minder prettig, met name als je op de smalle stukken rijdt waar maar 1 auto past en er dan onverwachts een tegenligger de bocht om komt.

We spreidden de route over twee dagen en overnachtten op het hoogst gelegen gedeelte bij een televisienetwerk-station dat een paar honderd meter van de hoofdweg afligt en waarbij de eenzame beheerder blij verrast was een keer ‘bezoek’ te mogen ontvangen. Hij nodigde ons ’s avonds uit om het live-nieuws te kijken, want er was een bomaanslag gepleegd op een politieschool, met tientallen gewonden en doden tot gevolg. Hieruit blijkt maar weer eens dat Colombia er nog lang niet is als het gaat om veiligheid.

De volgende ochtend vervolgden we de route, maar hoorden al snel een luide pang…. Een bladveer bleek gebroken… Wat een timing! We zouden een oplegger kunnen regelen, maar op zo’n smalle, hobbelige weg zagen we dat niet zitten. Dus we besloten verder te rijden naar Mocoa, een stadje 1700 meter lager gelegen, waar de dodenweg op uitkomt.

Regelmatig rijden we door de wolken.

In een slakkengangetje en toch wel met enige spanning, bereikten we Mocoa. We hadden mazzel: de eerste werkplaats waar we langsgingen had een originele Land Rover bladveer liggen. Voor €5,- was de oude monteur twee uur bezig de nieuwe eronder te plaatsen. We vonden het zo zielig dat we hem een goeie fooi gaven.

Vlakbij Mocoa spraken we af met onze reisvrienden Jan en Anja, het Duitse overlander-stel met wie we al drie weken in Ecuador hadden doorgebracht, o.a. tijdens de feestdagen. We spraken af een poosje met elkaar te gaan reizen.

Herenigd met Jan en Anja. We kamperen 3 dagen bij een hostel (Posada Dantayaco) aan de rand van de jungle.

Samen bezochten we de zeer indrukwekkende graftombes in en rondom San Agustin. Weinig is er nog bekend over de mysterieuze en eeuwenoude tombes, maar dat maakten het eigenlijk juist extra speciaal.

4 nachten kamperen bij de mooie koffieboerderij en hotel (Hotel Huitaca) en genieten van bbq’s en kampvuren in Jan’s oude wasmachinetrommel!

Vanuit San Agustin zouden we weer over een uitdagende weg terugrijden naar het westen, 125 kilometer het Andesgebergte doorkruisend, over een slechte gravelweg met weer flinke kuilen en hobbels. Andere reizigers hadden ons afgeraden deze route te rijden, maar zo zie je maar dat ieders ervaringen heel persoonlijk zijn, want ook dit viel best wel mee.

Soms stuurt de routeplanner niet altijd de handigste route. We komen op een markt uit en het is wringen tussen de kooplui en brommertjes door. Voor Jan en Anja met hun truck een grotere uitdaging dan voor Pietertje!

Opnieuw wisten we het goed te timen, want op deze weg brak een tweede bladveer af! Ongelooflijk, twee bladveren in één week tijd. En alsof dat nog niet erg genoeg was, brak tijdens deze route ook nog de motorsteun aan één kant af! Dus opnieuw in een slakkengangetje reden we de hobbelige route, Jan en Anja gelukkig in onze kielzog, maar toch met samengeknepen billetjes hopende dat de motor niet onderweg ergens op de weg zou komen te liggen.

De bovenste bladveer is gebroken zoals je hier kan zien.
Ralph heeft provisorisch een oplossing bedacht vanwege de gebroken motorsteun.
Met dit soort uitzichten is het niet erg om noodgedwongen langzaam te rijden.

Op de camping vlakbij de stad Popayan regelde de campingeigenaar een lasser die in een paar uurtjes de motorsteun weer vast wist te lassen. En ook bij de werkplaats konden ze in mum van tijd de gebroken bladveer vervangen. Dat is het fijne aan Zuid-Amerika: je hoeft nooit een afspraak te maken. Zodra je aan komt zetten laten ze alles uit hun handen vallen en gaan direct aan de slag.
Een leuk detail, overigens absoluut geen uitzonderlijk detail in Zuid-Amerika, was dat deze werkplaats helemaal geen werkplaats had, maar hiervoor de openbare parkeerplaats en gedeeltelijk de (drukke) weg gebruikte om hun werkzaamheden te verrichten. En het allermooiste is dat niemand hier raar van opkijkt of zich hier aan stoort, het drukke verkeer rijdt er zonder te toeteren of te schelden rustig omheen.

De motorsteun wordt gelast.
De bladveer wordt vervangen.

Ondanks de pechgevallen die we in korte tijd achter elkaar hadden gehad, kon het de pret niet drukken. We hadden het erg gezellig met Anja en Jan en we genoten van de mooie bezienswaardigheden en routes en de regelmatige kampvuurtjes en bbq’s.

Zij hebben de grotere auto, wij het goud!
Popayan, dat om duidelijke reden ook wel de witte stad wordt genoemd.

De stad Cali viel ons wel erg tegen, nauwelijks iets te zien en weinig uitstraling. ’s Avonds zou het er gezellig moeten zijn, want het is de stad van de salsa, maar we konden het niet opbrengen om daar op te wachten, dus na twee uurtjes verlieten we de stad alweer.

De graffitì in en rondom Cali was voor ons het enige boeiende aan deze stad.
Cali
Cali

Onderweg naar Cali hadden we al een raar geluidje aan de versnellingsbak gehoord. Na Cali werd dit steeds erger, vooral in de 2e en 3e versnelling.
Desondanks reden we toch door en bezochten de mooiste vogelspot-plek van deze reis. In de jungle heeft een ouder echtpaar in hun tuin tientallen voederbakken geplaatst, waar dagelijks misschien wel duizenden vogels op afkomen. Wat een belevenis om al deze schitterende, kleurrijke vogels op je gemak te kunnen bekijken en fotograferen.

Familie van de toekan, de “smaragdarassari”
De “groene suikervogel”
De “veelkleurige tangare” die in afnemende mate voorkomt.
De “angry bird” ofwel de “roodkopbaardvogel” (mannetje)
De “paarskeelboself”
De “roodstuitarassari”, familie van de toekan.
De witnekkolibrie
“Vlagstaartwitpluimbroekje”

We namen voor een paar dagen afscheid van Jan en Anja. We gingen verder richting westen en verder de jungle in, waarbij de Afrikaanse invloeden in dit gedeelte van Colombia duidelijk zichtbaar zijn aan de negroïde mensen. Hier maakten we, niet voor de eerste keer deze reis, een bijzondere rit over een oude spoorbaan. In Ecuador was dat nog in een oude omgebouwde auto, deze keer op een brommer met een houten bankje als zijspanner! En deze keer lag het tempo een stuk hoger, wat het op zo’n krakkemikkig ding best spannend maakte!

Vanaf het dorp Córdoba (vlakbij de stad Buenaventura) nemen we dit bijzondere vervoersmiddel.
Aangekomen in het jungle-dorpje San Cipriano.

Na een half uur crossen door de jungle kwamen we uit bij een dorpje dat volledig afhankelijk is van dit enige vervoersmiddel. Omringd door groen en een kraakheldere rivier, koelden we dankbaar af in het frisse water.

Bij het kunstmatige aangelegde meer “Laguna Calima”, dat populair is onder kitesurfers, ontmoetten we onze reisvrienden weer. De versnellingsbak protesteerden steeds heftiger, dus we besloten na twee dagen alweer (tijdelijk) afscheid te nemen. Ook Jan en Anja hadden kort na elkaar verschillende dingetjes aan hun truck, dus zij besloten naar een monteur terug in Cali te gaan.

Camping aan het meer “Laguna Calima”
Jan en Anja met hun lieve hond Emile

En toen kwamen we in de ontzettend betrokken Colombiaanse Land Rover wereld terecht. Na het auto-ongeluk ontvingen we al diverse mailtjes van Colombiaanse Land Rover eigenaren die hulp aanboden. Deze keer maakten we daar dankbaar gebruik van. Problemen aan de versnellingsbak is niet iets kleins, dus we wilden persé een ervaren Land Rover monteur.
Had Pietertje twee keer eerder een “slechte timing” gehad wat betrekt het afbreken van de bladveren en motorsteun, deze keer timede hij het goed. Want in niet één Zuid-Amerikaans land hebben ze zo veel oude Land Rovers als in Colombia, dus onderdelen en kennis zijn hier gelukkig in huis.

Er werden twee gespecialiseerde Land Rover garages “in de buurt” geadviseerd. Eén in Cali, 100 km terug, en één in de stad Pereira, 200 km verderop. Omdat degene die het verste weg lag het best aangeschreven stond en we geen zin hadden terug te rijden naar de lelijke stad Cali, gingen we voor de 200 km. Gelukkig was de weg redelijk vlak en reed Pietertje in de 4e versnelling zonder problemen.

De behulpzame Andrès

Andrés, die ons aan het adres van de garage had geholpen, kwam ons gelijk op onze wildkampeerplek in de stad opzoeken en nam ons mee uit eten. De volgende ochtend reed hij voor ons uit, de weg leidend naar de garage 10 km verderop. Hij zou er de hele dag blijven, ter ondersteuning, maar vooral uit enthousiasme voor onze bijzondere Land Rover. Dit terwijl hij gewoon een baan heeft en dus een vrije dag heeft moeten opnemen.

De monteurs wisten net als Andrès niet wat ze meemaakten. Dit was de eerste keer dat ze zo’n type Land Rover zagen. Ze waren diep onder de indruk, dus alle leden van de Land Rover Club in Colombia kregen gelijk foto’s van Pietertje doorgestuurd. Het resultaat was dat de 3,5 dag die erop volgde, verschillende Land Rover Club leden langskwamen om Pietertje te bewonderen! Zo ook de Nederlandse champignonkweker Peter, die verontwaardigd was dat Andrès niet had vermeld dat we uit Nederland komen, maar daar dankzij onze graffiti alsnog achter kwam.

Na een testritje werd de versnellingsbak er onderuit gehaald en de oorzaak van het probleem was gauw duidelijk. De tanden aan een as waren volledig afgebroken.

De afgebroken tanden van een as in de versnellingsbak.


Binnen no time hadden ze via de Land Rover groep de nieuwe onderdelen geregeld en na 3,5 dag non-stop werken en nog wat andere extra klusjes te hebben verricht, waren we weer klaar om te gaan.

De beschadigde onderdelen.
De goede onderdelen.

Wat een geluk dat we bij deze ervaren monteurs uit waren gekomen en wat een hartelijke, gastvrije mensen. En de kosten waren opnieuw schrikbarend laag: we betaalden voor 3,5 dag kei hard werken, zo’n 11 uur per dag, meestal 1 monteur maar soms ook 2, nog geen 100 Euro aan arbeidskosten! Dus na een dikke fooi gingen we met een dankbaar gevoel weer op weg.

José, Niño, Diego en zijn pa.

We testten de versnellingsbak meteen goed uit. Via een uitdagende offroad weg trokken we het natuurpark “Ucumarí” in. We wilden hier een driedaagse hike gaan maken, maar maakten er twee van, omdat de tocht ontzettend zwaar zou zijn en Janneke zich niet helemaal lekker voelde.

Twee dagen hiken in Parque Ucumarí. Bij de start werden we al gelijk verwelkomd door het geluid van brulapen.

Bij de thermale baden van San Vicente ontmoetten we Jan en Anja weer. Het zijn de mooiste thermale baden waar we ooit geweest zijn. Om er te komen konden we opnieuw de versnellingsbak goed uittesten. Via een steile, slingerende gravelweg 800 meter omhoog, kwamen we in een afgelegen, regenwoud-achtige omgeving uit, waar de natuurlijke thermale baden en het resort zich bevinden. Ze hebben er een campinggedeelte, dus twee volle dagen genoten we van dit luxe oord.

Camping bij Termales San Vicente. De oranje jeep was van een reddingsteam die een hele dag bezig was met een verdwaalde wandelaar te redden!
Termales San Vicente.

Na een dramatische rit van nog geen 200 km en waar we 11 uur over deden, door de talloze wegwerkzaamheden, bereikten we samen met Jan en Anja de stad Medellìn, ook wel bekend als de stad waar de drugsbaron Pablo Escobar woonde en heerste.

Alhoewel de meeste Colombianen Pablo Escobar liever vergeten, denkt deze kapper daar anders over.

Alsof het nog niet genoeg was met alle brokken die we de afgelopen weken ervaarden, brak Ralph deze week ook nog zijn kunsttand af! Dus nu zijn we een week gestrand vanwege tandartsafspraken. Maar nog steeds zijn we positief gestemd, zeker als we de verhalen van veel andere overlanders horen die dramatische problemen hebben met hun voertuigen. De drie overland-voertuigen die ook op de camping staan zijn allen gestrand, van 6 weken tot een aantal maanden. Òf omdat ze de problemen niet opgelost krijgen, òf omdat ze de juiste onderdelen niet kunnen krijgen, Colombia heeft namelijk een importverbod op auto-onderdelen. Het is ongelooflijk hoeveel pech sommige overlanders hebben, zowel nieuwere als oudere auto’s. Sinds Bolivia horen we eindeloze pechverhalen, waarschijnlijk omdat vanaf Bolivia en daarboven, de bergen steeds hoger worden en de wegen steeds slechter, dus de auto’s hebben veel te lijden. Bij sommige weten we dat ze om die reden de reis vroegtijdig staken.

Afgebroken voortand

Dus we beseffen ons maar al te goed dat we ontzettend geluk hebben met Pietertje. De versnellingsbak was ons eerste echte grote “probleem” in Zuid-Amerika. Maar door de snelle, vakkundige en goedkope reparatie hebben we dat eigenlijk helemaal niet als een probleem ervaren en zijn we blij èn trots dat hij het zo goed heeft gedaan al die tijd.

“Binnenkort” zal Pietertje zijn verdiende rust gaan krijgen, in de zin dat hij geen slechte wegen en hoge bergen meer hoeft te trotseren, want het einde van de reis komt steeds dichterbij. Colombia is ons laatste land en we denken hier nog een paar maanden te reizen om het resterende gedeelte te verkennen.

Het rotsen pad maakte de hike behoorlijk pittig – Parque Ucumarí.

Ondertussen zijn we begonnen met het aanschrijven van rederijen vanwege de verscheping. En Janneke heeft haar oud-werkgever een informele mail gestuurd om te bekijken wat de mogelijkheden zijn voor een eventuele terugkeer daar. Het is voor ons een behoorlijk spannende gedachte om straks weer terug te zijn in Nederland en het ‘normale’ leven weer op te pakken met alle verantwoordelijkheden en plichten. Met name het opgeven van de ongekende vrijheid waar we nu al bijna vier jaar in leven zal een pittige opgave worden. Het zal tijd kosten, maar het zal vast wel weer wennen en we kijken er naar uit iedereen weer te zien.

Maar nu eerst nog even genieten van de laatste maandjes Zuid-Amerika!

Twee nachten kamperen we bij dit prachtige hotelletje direct gelegen aan Laguna de la Cocha. Als je goed kijkt zie je Pietertje.
Nog steeds worden we keer op keer verrast door de meest schitterende bloemen.

This entry was posted in Reisblog, Zuid Amerika. Bookmark the permalink.

11 Responses to Colombia – Een (On)geluk komt nooit alleen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *